lundi 26 janvier 2015

quand Brel parlait de notre pays en nos propres mots : Mijn Vlakke land


Mijn Vlakke Land
Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen
En witte vlokken schuim uiteenslaan op de kruinen
Wanneer de norse vloed beukt aan het zwart basalt
En over dijk en duin de grijze nevel valt
Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn
En natte westenwinden gieren van venijn
Dan vecht mijn land, mijn vlakke land 


 
Wanneer de regen daalt op straten, pleinen, perken
Op dak en torenspits van hemelhoge kerken
Die in dit vlakke land de enige bergen zijn
Wanneer onder de wolken mensen dwergen zijn
Wanneer de dagen gaan in domme regelmaat
En bolle oostenwind het land nog vlakker slaat
Dan wacht mijn land, mijn vlakke land 


 
Wanneer de lage lucht vlak over 't water scheert
Wanneer de lage lucht ons nederigheid leert
Wanneer de lage lucht er grijs als leisteen is
Wanneer de lage lucht er vaal als keileem is
Wanneer de noordenwind de vlakte vierendeelt
Wanneer de noordenwind er onze adem steelt 

 
 
Dan kraakt mijn land, mijn vlakke land

Wanneer de Schelde blinkt in zuidelijke zon
En elke Vlaamse vrouw flaneert in zon-japon
Wanneer de eerste spin zijn lentewebben weeft
Of dampende het veld in juli-zonlicht beeft
Wanneer de zuidenwind er schatert door het graan
Wanneer de zuidenwind er jubelt langs de baan
Dan juicht mijn land, mijn vlakke land

vendredi 23 janvier 2015

quelques pas autour du beffroi de Bailleul







pour voir autrement

Pour ceux qui ne seraient intéressés que par l'image de nos contrées septentrionales, sur Facebook

parures d'hiver











les lents voyageurs des canaux de Flandre

 Et sur la Colme, les longues péniches fendent les eaux calmes du canal, fidèles gardiens des traditions de la batellerie pluriséculaire en Flandre...












matin d'hiver sur la Colme

Entre Looberghe et Lynck, entre campagne et canal, la nature se fige sous l'effet des premiers gels de l'année (enfin venus, fin janvier) et l'onde calme, parfois perturbée par le passage d'une péniche à grand gabarit, offre l'impression que la nature flamande, adoucie et assagie, s'est endormie.


 Un soleil blafard lutte avec les nuages hauts dans le ciel, hésitant entre gris clair et gris foncé...


 Et l'eau des étangs se fige lentement, faisant de chaque flaque autant de miroirs glacés...